Verduurzamen

Rabobank brengt CO2-footprint klanten in kaart

Een goed inzicht in de milieubelasting van een glastuinbouwbedrijf wordt steeds belangrijker. Een CO2-footprintberekening is daarvoor een gangbaar instrument. Rabobank werkt intensief samen met Blonk om de CO2-footprint van Raboklanten in de sector in kaart te brengen. Het uiteindelijke doel van de bank is om samen met de klant de reis naar een klimaatneutrale glastuinbouw te maken.

De CO2-footprint is een berekening om de uitstoot van broeikassen op bedrijfs- en productieniveau in beeld te brengen. Het inzicht in deze footprint biedt klanten van Rabobank mogelijkheden om verder te verduurzamen. Daarnaast gebruikt de bank de uitkomsten om gefinancierde emissies van de organisatie zelf beter in kaart te brengen. Op dit moment wordt de mate van duurzaamheid per klant al in beeld gebracht. Door de footprintberekening hieraan toe te voegen, ontstaat een nog completer beeld.

Ambities en vervolgstappen

Blonk ontwikkelde een tool waarmee op basis van specifieke gegevens van het glastuinbouwbedrijf de footprint in kaart kan worden gebracht. “We zijn iets moois aan het doen, waar we trots op zijn”, zegt Cees van den Bos, themamanager Food & Agri Klimaat bij Rabobank. “We staan voor een belangrijke transitie op het gebied van energie en klimaat. Als bank willen we onze klanten daarbij helpen en hen stimuleren stappen te nemen. Wat zijn hun ambities? Wat zijn de vervolgstappen? En wat is nodig om die reis te maken, inzicht te krijgen? Dat willen we gezamenlijk en met deze tool helder krijgen.”

'Alles begint bij een betrouwbare monitoring'

Start met twintig klanten

Op dit moment zien we dat er verschillende initiatieven worden ontwikkeld om de CO2-footptint in kaart te brengen, vervolgt Katy van der Sande, directeur Food & Agri voor omgeving Leiden-Haaglanden bij Rabobank. “Het is goed dat dit gebeurt en in de toekomst maken we graag gebruik van betrouwbare, externe berekeningen. De uitkomsten van de berekeningen kunnen nog niet goed met elkaar worden vergeleken. Met de komst van Europese regels voor deze berekeningen zullen de verschillen in de toekomst veel kleiner worden en met onze aanpak willen we het gebruik van de footprint in 75 de sector versnellen. Waar mogelijk sluiten we aan op andere initiatieven om tot een uniforme aanpak binnen de sector te komen.”

Met de tool krijgt de ondernemer direct inzicht in zijn bedrijf en de afzonderlijke locaties. Rabobank is gefaseerd gestart met twintig klanten in de glasgroente. Van de deelnemende bedrijven wordt per locatie gegevens over productie, oppervlakte, energieverbruik, substraat en bemesting opgevraagd, vertelt Van den Bos. “Na validatie van de aangeleverde data wordt de footprint berekend en aan de klant teruggekoppeld. Na deze eerste fase wordt een volgende groep glastuinbouwklanten gevraagd deel te nemen. We willen de gegevens uiteindelijk gebruiken om onze klanten niet alleen inzicht in de eigen emissies te geven.”

Vertrekpunt voor gesprekken

Wat opvalt is dat de twintig deelnemers hun informatievoorziening goed voor elkaar hebben bij het invullen van de berekeningstool, aldus Van den Bos. “Alles begint bij een betrouwbare monitoring. We moeten wel secuur kijken welke eenheid wordt ingevuld. Dat vraagt extra aandacht. Wat we hebben geleerd is dat het valideren van data een hele klus is. Wat voor ons ook belangrijk is, is om te leren of deze manier van data verzamelen de meest logische is of dat de vraagstelling net wat anders moet. Maar we zien dat deze tool voor nu de meest toegevoegde waarde heeft voor het benutten van de data die beschikbaar zijn.”

De resultaten van de footprintberekening worden in eerste instantie teruggekoppeld aan de klant om te kijken wat die er mee kan doen. Het uiteindelijke doel is om de uitkomsten als vertrekpunt te nemen bij het gesprek met de klant: waar staat hij in de reis om klimaatneutraal te worden en wat is de rol van de bank daarin, zegt Van den Bos. “Waar sta je en hoe ga je daar qua concurrentiepositie mee om? Het kan zijn dat we constateren dat iemand al heel veel stappen heeft gemaakt. We hebben klanten die gebruik maken van duurzame energiebronnen. De locatie waarop je bent gevestigd, kan daarbij bepalend zijn.”

Toekomst-perspectief

Maar stel dat een bedrijf is gevestigd op een locatie waar geen duurzame bronnen zijn? Dan zal de focus van het gesprek komen te liggen op welke opties er zijn, aldus de themamanager klimaat. “Een andere teelt kiezen? Verplaatsen? Andere innovaties? En wat zijn de vervolg- stappen? Daarnaast kan Rabobank klanten met elkaar verbinden om samen te werken. Iedereen moet energieneutraal worden. Als dat in je eentje niet lukt, kan er een groep klanten worden gevormd, die daar samen mee aan de slag gaat.”

Rabobank heeft zich geconformeerd aan de ‘Road to Paris’, besluit Van der Sande. In het rapport ‘Our road to Paris’ staat hoe de bank als financier bijdraagt aan het bereiken van de doelen van het Parijse klimaatakkoord. “Daar maakt de duurzame transitie deel van uit en dat helpt in de gesprekken met onze glastuinbouwklanten”, zegt zij. “We vinden het belangrijk om samen met de klanten actief in te zetten op het verlagen van de CO2-footprint. Daarmee verbetert het toekomstperspectief van de klant en draagt de bank bij aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen van de sector. Daar wordt de wereld beter van en de risico’s die uit klimaatverandering voortkomen verminderen. Dat is goed voor klant en bank.”

‘INVESTERINGEN RICHTEN OP REDUCTIE CO2-UITSTOOT’

Jan Reijm heeft samen met zijn vader Piet en oom Jaap een komkommerkwekerij van 11 ha in Zevenhuizen en paprikakwekerij van 8 ha in Berkel en Rodenrijs. Het bedrijf is één van de twintig klanten die met de CO2-footprintberekening van Rabobank en Blonk aan de slag is gegaan. “We willen als bedrijf voorop blijven lopen. Daar hoort het verlagen van de CO2-foot- print/eenheid product bij. Daarnaast willen we inzicht hebben in hoeveel CO2 we uitstoten. Op basis van die cijfers kunnen we onze investeringen inrichten”, zegt hij. De teler is niet onbekend met een CO2-footprintberekening: vorig jaar deed hij ervaring op met een soortgelijke tool van afnemer Bakker Barendrecht, ter vergelijking met Spaanse komkommers in de winter. “Door de CO2-footprinttool van Rabobank in te vullen, zie je waar en welke elementen de emissies in de onderneming veroorzaken. De tool is gemakkelijk in te vullen als alle gevraagde gegevens zijn geregistreerd.”

Gasverbruik knelpunt

Reijm weet dat gasverbruik het grootste knelpunt is. Dat proberen we te verlagen door onder meer te schermen en naar de plantdatum te kijken, zegt hij. “We zijn als bedrijf nu nog economisch gedreven. Als de prijzen van paprika goed zijn, gaat daar meer energie naartoe dan wanneer de prijzen onder druk staan. Nu wordt de CO2-uitstootberekening nog achterweg gelaten. Maar in de toekomst krijgen we nieuwe parameters die meer op emissie zijn gericht.” De grootste uitdaging van dit moment is dat er geen grootschalige warmteproductie als alternatieve energiebron is, vindt Reijm. “We spreken een CO2-reductie met de overheid af, terwijl er nog geen alternatief is voor gestookte teelten. We kunnen op korte termijn kleine stappen zetten, maar de stap naar 20 tot 50 procent reductie moet ook een keer worden gemaakt. Die innovaties zijn nu nog niet voorhanden. Althans niet voor de opbrengsten waarvoor wij moeten telen. Dat maakt de toekomst onzeker.” Desondanks vindt hij het een goede zaak dat Rabobank met zijn klanten met de footprintberekening aan de slag gaat. “We gaan nu bewuster met de CO2-footprint om. Uiteindelijk moeten we als sector de kansen oppakken en keuzes maken.”

Deel dit artikel
Terug naar artikelen