‘Bloemen en planten eerste levensbehoefte'
Arnold Wittkamp is oprichter van het online sierteeltplatform Thursd. en host van De Goede Bloemen & Goede Planten Podcast. Maar hij is ook een bezorgd individu. In gesprek met KAS Magazine spreekt hij zich uit tegen het gebruik van plastic bloemen en planten en hekelt hij de communicatie over duurzame initiatieven in de sector. “Over de magie van bloemen en planten wordt niet meer gesproken, omdat we het niet meer ervaren als bijzonder."
Tekst: Jacco Strating, Fotografie: Sharon Schouten
Arnold Wittkamp gaat er goed voor zitten, want hij wil een duidelijke boodschap overbrengen. Zijn liefde voor alles wat met bloemen en planten te maken heeft is groot. Maar zijn zorgen over bepaalde ontwikkelingen in de maatschappij én de sector ook. “Mensen moeten weer meer naar hun gevoel gaan luisteren in plaats van alles rationeel benaderen en uit angst handelen”, geeft hij aan. “Ik geloof dat er een universele waarheid is, ons gevoel. Die is voor iedereen hetzelfde. Maar door conditionering, school en propaganda worden we bij dat gevoel weggehouden. Ik denk dat bloemen en planten hét middel zijn om dat te herontdekken. Juist daarom ben ik zo boos over de verkoop van plastic bloemen en planten als alternatief voor echte bloemen en planten.”
Nul emotie
Hij uitte al eerder op social media zijn zorgen over de groeiende vraag naar plastic bloemen en planten. Een ontwikkeling die volgens Wittkamp voortkomt uit onwetendheid. “Er was enige tijd terug een Nederlandse verkoper van plastic bloemen uit China die claimde dat zijn producten qua footprint veel beter zijn dan echte bloemen en planten. Daarop is een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie en die klacht is gegrond verklaard. En wat doet de sierteeltsector? Niets. Niemand die je daarover hoort. Met als gevolg dat velen denken dat bloemen en planten slecht zijn wat betreft footprint en dus voor plastic kiezen. Producten met nul energetische connectie en nul emotie.”
Wittkamp kan er met zijn hoofd niet bij. Kom je bij Van der Valk, staat het helemaal vol met plastic planten. Maar als de IFTF is boeken we wel weer allemaal een kamer. Ik vind dat we ons als een soort van Extinction Rebellion moeten vastketenen aan de deur van Van der Valk tijdens IFTF en eisen dat ze echte planten neerzetten. Zonder gekheid, ik doe mee hoor. Want het is gewoon niet oké dat we laten gebeuren dat Social Responsibility Managers kiezen voor kunst in plaats van echt op basis van duurzaamheid. Mijn klacht naar de sector is vooral die stilte en het niet durven aangaan van de discussie.”
Schokkend en zorgelijk
Volgens Wittkamp is de sierteeltsector een weg ingeslagen van angst om geen gezeur van retailers te krijgen. “Daarom starten we ook allerlei duurzaamheidsinitiatieven
die in de basis best oké zijn, maar waar het in de praktijk in de communicatie vervolgens helemaal fout gaat. Waarom zetten we op een etiket van een plant hoe hoog de CO2-score is? Het zou veel waardevoller zijn als we aangeven dat je een gezin in Ecuador helpt door die plant te kopen of dat drie kinderen in Kenia nu een week naar school kunnen.” Daarbij vindt Wittkamp het zorgelijk dat we in de sierteeltsector een weg in zijn geslagen waar bloemen en planten worden gedegradeerd tot een getal. “Die getalletjes worden naast elkaar gezet, waardoor je een ‘race to the bottom’ krijgt en waarbij het helemaal niet meer gaat om al het moois wat de natuur ons te bieden heeft. Duurzaamheidsverbeteringen lijken in de beeldvorming vervolgens niet meer te komen vanuit een intrinsieke motivatie, maar meer vanuit het versterken van de concurrentiepositie. Bovendien lijkt het door de manier waarop er wordt gecommuniceerd dat we als sector zeggen dat bloemen en planten in de basis slecht zijn. Die beeldvorming vind ik zorgelijk.”
Wittkamp wijst erop dat bedrijven van Europa hun CSRD-administratie op orde moeten hebben. “Voor een handelaar is dat niet zo lastig te berekenen, maar het probleem zit bij de kwekers. Grote kwekers gebruiken certificering voor hun concurrentiepositie en de kleine kwekers zijn de ‘sjaak’. Waarom moet een koude kaskweker die 60.000 euro omzet doet, een spuitlicentie heeft, geen assimilatielicht en geen verwarming heeft een kostbaar duurzaamheidscerticaat hebben? Ik snap dat vanuit regelgeving er moet worden gecertificeerd, maar de wijze waarop dit gaat verdient geen schoonheidsprijs. Op dit moment zijn er een hoop kleine telers die door de onzekerheid niet meer investeren en twijfelen over de voortgang van hun bedrijf. Dit zorgt weer voor verdere verschraling van het assortiment.” Daarmee wil Wittkamp niet zeggen dat duurzaamheidsinspanningen onnodig zijn, in tegendeel. “Maar we zijn door het systeem een bepaalde kant op gegaan zonder goed na te gaan wat dit voor alle partijen betekent.”
Wereld op zijn kop
Wittkamp krijgt veel bijval uit de teelt en de handel, geeft hij aan. “Maar ze zeggen het alleen tegen mij, niet openlijk. Dat durft eigenlijk niemand. Daarom spreek ik mij uit en probeer ik een beweging in gang te brengen dat we ons meer bewust worden van het gevaar van beeldvorming. Door voortdurend over duurzaamheid te praten en te roepen dat het allemaal nog veel beter moet in de tuinbouw, ontstaat het beeld dat we slechte producten maken. En dus kiezen stadse mensen, overheden en grote instanties voor plastic, omdat ze denken dat dat duurzamer is. De wereld op zijn kop! Als ik bij een kantoor zou werken waar ze plastic planten neerzetten, zou ik direct een andere baan zoeken. Ik denk overigens wel dat plastic bloemen en planten momenteel een trend zijn, maar hoelang die trend gaat duren hangt van onszelf af.”
Wat Wittkamp wil bereiken, is dat we terug gaan naar ons gevoel. “Daar is het nu ook de tijd voor”, meent hij. “We zitten in een transitie van een nieuw tijdperk van kennis. Onze ouders hadden de waarheid. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik ooit met een vriendje en onze vaders naar voetbal keek en dat dat vriendje aan zijn vader vroeg hoeveel een voetbal weegt. Zijn vader zei: ‘210 gram’. Dus wij de volgende dag op het schoolplein tegen iedereen vertellen dat een voetbal 210 gram weegt. Nu zou een kind dat gewoon zelf Googelen en krijgt hij twintig verschillende antwoorden. Er is geen waarheid meer. Ik ben niet godsdienstig, maar ik denk dat we in een Apocalyps zitten, letterlijk de ‘lifting of the veil’. We komen erachter dat we geen waarheid meer kennen en dat alles wat we denken te weten onzeker is. Ik weet ook niet wat de waarheid is, maar ik weet wel zeker dat veel wat ons is verteld als kind niet waar is. Daarom moeten we terug naar ons gevoel.”
Terug naar de kern
“Als we natuurlijke dingen om ons heen hebben, voelen we ons van nature fijn. En als iets fijn is, is het goed voor je. Waarom zou je dan het mooiste wat de natuur te bieden heeft vervangen door iets kunstmatigs? We moeten ons beseffen dat we vandaag de dag te ver af staan van de pracht van de natuur. De magie van bloemen en planten is zo gewoon geworden, dat we het niet meer ervaren als bijzonder. Als je elke dag te eten hebt, is het niet bijzonder. Maar als je daar elke dag voor moeten knokken, is eten wel bijzonder. We moeten dus terug naar die kern en ervaren dat plastic ons niet dezelfde voldoening geeft. Dat begint door als sector gewoon te vertellen wat er is en wat het met je doet.”
Volgens Wittkamp moeten bloemen en planten ook niet meer worden gezien als luxe producten, maar als eerste levensbehoefte. “Het is een mensenrecht, net als lucht en water. Iedereen werkt toch liever op een kantoor met echte planten of stuurt zijn kinderen naar een school waar echte planten staan? Dat zou de norm moeten zijn. Dát moeten we uitdragen en we moeten ons keihard uitspreken tegen al die plastic zooi. Zo kunnen we hier snel een einde aan maken.”