‘Wij sturen mensen aan die ons praktisch hebben opgevoed'
De broers Thom (28 jaar) en Job (21 jaar) van Mullekom namen begin dit jaar, samen met hun zussen Anke en Lieke, het familiebedrijf over van hun ouders. John Hopman, senior relatiemanager tuinbouw bij ABAB, was als adviseur nauw betrokken bij de generatiewisseling bij de Noord-Limburgse komkommer- en aardbeienteler.
Tekst: Ron Meijers, Fotografie: Wim van Groenendaal
Het zaadje voor het familiebedrijf werd geplant in 1987 in het Brabantse Helenaveen. Later verkaste het bedrijf naar het toen nog onontgonnen buitengebied van Grashoek, in Noord-Limburg. “Toen pap en mam hiernaartoe kwamen, lag er niet eens een fatsoenlijke weg en waren er nog geen nutsvoorzieningen”, vertelt Thom van Mullekom over de pioniersrol van zijn ouders in het tuinbouwgebied. “In 2012 besloten ze hun bedrijf te verkopen, om pal ernaast opnieuw te bouwen”, doelt hij op de huidige locatie van de komkommerkwekerij Multigrow Grashoek. “Het aardbeienbedrijf van de buurman hebben we in 2020 weer teruggekocht. Zo zijn we de aardbeienteelt ingerold”, verwijst Job van Mullekom naar MultiFresa, de tweede tak van het familiebedrijf. Niet veel later werd in Meijel nog een aardbeienkas overgenomen.
Niet vanzelfsprekend
De twee zussen van Thom en Job zijn medeaandeelhouder van het bedrijf; hun broers hebben echter de dagelijkse leiding. Opgegroeid tussen de komkommers, leken de broers al voorbestemd voor een rol in het familiebedrijf. Beiden kozen echter aanvankelijk voor een ander carrièrepad. “Op een gegeven moment vroeg ik mezelf af: wat ik nu voor anderen doe, kan ik dat niet thuis ook?” zegt Thom van Mullekom, die een universitaire master in Finance op zak heeft en na twee jaar in loondienst elders eind 2019 toetrad tot het familiebedrijf. Eerst als financieel en operationeel manager. In 2021 werd hij mededirecteur, toen nog samen met zijn ouders. Job, zes jaar jonger dan Thom, wilde kok worden. “Tijdens de coronapandemie ben ik thuis gaan meedraaien, met het idee later weer terug de keuken in te gaan. Maar ik ben blijven hangen”, legt hij uit dat ook bij hem het bloed kroop waar het niet gaan kan.
“Met de ouders Dion en Rosalie heb ik vele gesprekken gevoerd over de opvolging”, vertelt John Hopman van ABAB. Hij is sinds 2017 nauw betrokken bij het bedrijf. “Kort nadat Thom in het bedrijf kwam, zijn we met de hele familie een aantal avonden om de tafel gaan zitten om te bespreken hoe iedereen de toekomst voor zich zag. De gemaakte afspraken zijn uiteindelijk vastgelegd in een familiestatuut, dat de belangen van zowel het bedrijf als de familie beschermt.”
Niet langer ‘het zoontje van ...’
De generatiewisseling betekende niet dat de ouders met pensioen gingen. “Pap wil zo lang mogelijk tussen ‘zijn’ komkommers blijven rondlopen. Dat was ook zijn wens”, vertelt Job van Mullekom. De stap van ‘zoontje van’ naar ‘de baas’ was niet gemakkelijk voor de jonge ondernemers. “Wij sturen mensen aan die ons praktisch hebben opgevoed. In het begin hadden we daar wel wat moeite mee. We hebben hierover gepraat met medewerkers. Ook ABAB heeft gesprekken met hen gevoerd, waardoor we een duidelijk beeld hebben gekregen van hun verwachtingen”, legt Thom van Mullekom uit.
Vooruitkijken
“Dion en Rosalie zijn ruim op tijd gaan nadenken over de opvolging en hebben een toekomstbestendig bedrijf achtergelaten”, zegt Hopman. “Ze hebben gelukkig altijd al ver vooruitgekeken. Dat moeten wij ook”, aldus Thom van Mullekom. “We zijn bijvoorbeeld al intensief bezig met de energietransitie, anders verliezen we straks ons bestaansrecht. We willen toch zeker dertig jaar actief zijn in het bedrijf, dus je moet wel ver vooruitkijken”, weet broer Job. “Het bijzondere aan deze twee jonge ondernemers is dat ze over de horizon van vijf jaar kijken, terwijl leeftijdsgenoten zogezegd niet eens weten wat ze vanavond gaan eten”, aldus Hopman. Het allerbelangrijkste uitgangspunt in het familiestatuut is dat familie altijd vóór het bedrijf
gaat. “Wat er ook gebeurt, we willen met kerst gezellig met z’n allen aan tafel kunnen zitten”, zegt Thom van Mullekom. “Dat staat ook letterlijk zo in het familiestatuut”, vertelt Hopman, die weet dat het niet altijd even makkelijk is om familie en bedrijf te scheiden. “Je kunt bijvoorbeeld zakelijke beslissingen niet laten beïnvloeden door persoonlijke emoties en moet de grens tussen werk en privé bewaken. Daarom heb ik tijdens een van onze eerste gesprekken voorgesteld om als het over het bedrijf gaat te stoppen met ‘pap’ en ‘mam’ te zeggen”, vertelt John van Mullekom. “Ik vond het eerst gek om pap op het werk opeens ‘Dion’ te noemen”, zegt Job van Mullekom, die nog thuis woont. “In dat opzicht heb ik het wat makkelijker”, beseft zijn broer. “Ik kan eenvoudiger afstand nemen van het werk."
Gebroederlijk samenwerken
Naast de relatie tussen ouders en kinderen speelt natuurlijk ook de band tussen de twee broers en de verhouding tot hun zussen een rol. “De relatie tussen twee broers die samen een bedrijf gaan leiden is minstens zo belangrijk als die tussen de ouders en de kinderen die het bedrijf overnemen. Die overlap duurt een stuk korter dan de tijd dat Thom en Job en hun zussen nog vennoten zijn”, legt John Hopman uit. Voor een broedertwist vrezen de twee niet. “We zijn heel verschillend. Daardoor vullen we elkaar ook goed aan”, vertelt Job van Mullekom. “Natuurlijk is er weleens wrijving, maar juist omdat we familie zijn,kunnen we dat makkelijk naast ons neerleggen”, gaat hij verder. “Ik was de oudste thuis en Job de jongste, met Anke en Lieke qua leeftijd ertussenin. Dus je hebt van huis uit een bepaalde hiërarchie,die je op het werk moet loslaten”, legt Thom van Mullekom uit.
Jaarrekeningen op tafel
“Ik vind het lovenswaardig hoe open en eerlijk iedereen naar elkaar toe was op de familieavonden. Zo voorkom je dat er spanningen ontstaan. Ook wat betreft de financiën”, weet Hopman. “De jaarrekeningen lagen bij ons altijd open en bloot op de keukentafel; iedereen wist ongeveer wat er binnenkwam. Alleen komen er bij een bedrijfsovername andere cijfers ter sprake en krijg je te maken met begrotingen. Dat zijn zaken die je samen goed moet doorspreken”, vertelt Thom van Mullekom.
Geen deur dichtgetimmerd
“Een familiestatuut schept voor iedereen duidelijkheid en bevordert de transparantie. Toen we aan het statuut begonnen, had Thom al besloten toe te treden. Job was destijds achttien. Dan zou je nog niet zo’n beslissing moeten willen nemen, dus hebben we de deur open laten staan. Net als voor Anke en Lieke. Als ze net als Thom en Job ooit de dagelijkse leiding op zich willen nemen, kan dat”, besluit Hopman.