
Interview: Levi Evers
Samen met zijn broers Peter, Thomas en sinds kort ook Ruben, runt Levi Evers kwekerij Bredefleur. Ze namen het leliebedrijf uit Moerkapelle enkele jaren terug over van hun ouders en werken elk met hun eigen kwaliteiten aan de toekomst van de onderneming. Al gaat het succes volgens Levi vooral schuil in de bereidheid om elkaar door en door te willen kennen. Ze investeerden dan ook veel tijd in zichzelf én in elkaar. “Onze sterke onderlinge relatie is de beste brandstof voor het bedrijf.”
Luister ook het interview met Levi Evers in KAS Live! terug:
Tekst: Jacco Strating, Fotografie: Lianne Torn-Boschman / Salted by Salt
In juni verwachten Levi en zijn vrouw Laura hun eerste kind. “Een bijzonder moment, waar wij heel erg naar uitkijken”, zegt Levi. De jongste telg van de familie Evers zal net als Levi opgroeien in Moerkapelle, een rustig dorp in het Oostland. Zelf komt Levi uit een groot gezin met zeven kinderen: vijf jongens en twee meiden. Levi is de op een na jongste. “Ik heb een fijne jeugd gehad, waarin heel veel ruimte was voor ontwikkeling. Ik kon echt mijzelf zijn en heb nooit het gevoel gehad dat er bepaalde verwachtingen richting mij waren. Dat is ook hoe ik ons kind wil laten opgroeien.”
Heel veel zelf bepalen
Zijn ouders juichten het altijd toe dat Levi dingen deed die hij leuk vond. “We waren ooit op vakantie bij vrienden van mijn ouders in Amerika. Zij hadden quads staan. Toen we terugkwamen heeft mijn vader in een opwelling ook drie quads gekocht, maar dat heeft niet lang geduurd. Ze waren van mijn vader, maar wij gingen erop rijden. Vervolgens waren we er helemaal niet zuinig mee, waardoor ze kapot gingen. We hadden geen verantwoordelijkheidsgevoel. Dus na driekwart jaar gingen die quads alweer de deur uit. Mijn vader zei toen: jullie mogen alles, zolang je het echt wilt en het ook zelf bekostigt en regelt. Hij wilde het ook best voorschieten, maar dan moesten we wel zelf een plan maken hoe we dat gingen terugbetalen. Voor mij is dat een hele belangrijke les geweest. Het gaf mij het signaal dat je eigenlijk best heel veel dingen in het leven zelf kunt bepalen, zolang je er maar verantwoordelijkheid voor neemt.”

De beste willen zijn
Levi voegde de daad bij het woord. “Ik wilde heel graag op motorcross, dus ging ik net zo lang sparen totdat ik op mijn dertiende een crossmotor kon kopen voor 1.250 euro. Mijn ouders waren daar niet heel erg blij mee, maar ik had het zelf geregeld, dus ze hadden er ook wel weer schik in. En mij gaf dat een enorm vrijheidsgevoel. De wereld van mogelijkheden ging letterlijk voor mij open.” Bovendien, als Levi iets doet, gaat hij er ook 500 procent voor, zo geeft hij aan. “Ik had geen geld om die motor te laten repareren, dus was ik vier tot vijf dagen in de week zelf aan het sleutelen. En ik wilde de beste zijn, dus ging ik het ook heel professioneel oppakken. Ik ging filmpjes kijken van motorcross en ging wedstrijden rijden omdat ik bekers wilde winnen. Zo heb ik jarenlang fanatiek gecrost. Ik heb uiteindelijk nooit een beker in mijn handen gehad, maar heb wel altijd tot het eind meegevochten.”
Het verschil met andere jongens was dat zij door hun ouders werden gefaciliteerd, terwijl Levi alles zelf regelde. “Dat maakte mij alleen nog maar trotser. Ik was misschien geen winnaar, maar zo voelde ik mij wel.” Omdat Levi uit een groot gezin kwam, leerde hij al vroeg om voor zichzelf op te komen. “De bewijsdrang om mijn eigen plek te verdienen zat er al vroeg in en is er ook altijd wel ingebleven. Maar hoewel ik het vandaag de dag nog steeds leuk vind om op die zeepkist te staan, komt dat nu veel meer dan toen écht vanuit mijzelf.”
Elkaar leren begrijpen
Het ondernemerschap heeft daar volgens Levi aan bijgedragen. “De laatste jaren heb ik veel tijd geïnvesteerd in wie ik ben en waar ik vandaan kom. Die psychologische kant interesseert mij heel erg. Toen mijn broers en ik het bedrijf zo’n vijf jaar geleden overnamen, zijn we heel bewust een traject met elkaar ingegaan. Want als je samen een bedrijf succesvol wilt runnen, dan moet je elkaar wel eerst goed leren kennen. Naast successen krijg je ook te maken met minder leuke dingen. Met die tegenslagen moet je kunnen omgaan. Ik doe dat anders dan mijn broers. Daarom is het goed om jezelf beter te leren kennen, maar ook elkaar.” Ze schakelden daar al vrij snel hulp bij in en die begeleiding krijgen ze nog steeds, geeft Levi aan.
“Het gaat om een stuk persoonlijke ondersteuning op de relatiekant van elkaar, niet op de zakelijke kant. Doel daarvan is om elkaar te begrijpen. Ik durf wel te zeggen dat de wil om te investeren in onze onderlinge relatie de sleutel is tot het succes van Bredefleur. We hebben daar echt enorme stappen in gemaakt met elkaar, waardoor onze sterke relatie nu de beste brandstof is voor het bedrijf.” Volgens Levi wordt soms te snel de aanname gemaakt dat mensen te veel op elkaar lijken en dat een samenwerking daarom niet gaat werken. “Maar ik denk dat het dan juist een hele sterke samenwerking kán zijn, zolang je met elkaar bereid bent om dieper te gaan om dat op te zoeken. Wij hebben heel veel respect voor elkaar en luisteren goed naar elkaar, maar omdat we ook heel fanatiek zijn aangelegd, gaat het ook bij ons niet altijd zonder wrijving. Dat zorgt er wel voor dat we elkaar blijven prikkelen en elkaar blijven versterken als team.”

Vechtersmentaliteit
Dat fanatisme zit diep bij de broers. “Genoegen nemen met ‘het zal wel’ of ‘ik begrijp het niet’ en het daar dan bij laten is voor ons echt een ‘no go’. We willen alles kunnen doorgronden, zijn leergierig en doen de dingen met energie en power. En we gaan net zo lang door tot we het kunnen. We willen alle ins en outs van onze business kennen. Want scoren doe je niet met een 6, maar met een 9+. Halen we dat niet, dan zijn we niet tevreden.” Levi geeft aan dat hij niet opgroeide in een complimenteus gezin. “Ik voelde de waardering wel, maar er werd niet met complimenten gestrooid. Dat is ook wel iets wat ik moet leren richting onze medewerkers én naar mijn broers. Door mijn vechtersmentaliteit wil ik daar wel eens aan voorbij gaan. Soms moet je dan toch accepteren dat als je die 9 een keer niet haalt, de prestatie er niet minder om is.”

Maximaal delen
Levi vertelt dat hij en zijn broers thuis altijd te horen kregen dat je elkaar vooral zoveel mogelijk met rust moet laten om een samenwerking te laten slagen. “Mijn vader zei dat iedereen zijn eigen ding moest doen en we ons niet te veel met elkaar moesten bemoeien. Wij zijn daar uiteindelijk juist totaal anders in gaan staan. Wij geloven dat het goed is om maximaal te delen waarmee je bezig bent en tegen welke dilemma’s je aanloopt. Door je kwetsbaar op te stellen, open naar elkaar te zijn en kritisch te blijven, kun je pas écht optimaal met elkaar werken. Wij hebben elkaar niet uitgekozen, we zijn geboren in hetzelfde gezin. Als je als familie samenwerkt, wordt de dynamiek bepaald vanuit de onderlinge verhoudingen die je als kind met elkaar had. Daar moesten we dus doorheen en dat is ons gelukt. Het was een heel mooi proces dat ons echt met elkaar heeft verbonden. En daardoor is het nu vooral een gave bijkomstigheid dat we óók familie van elkaar zijn.”
Peter was de eerste broer die in 2010 in het bedrijf kwam. De leliekwekerij in Moerkapelle was op dat moment nog 5,5 hectare groot. Toen een jaar later een tweede locatie van 4 hectare in Luttelgeest werd gebouwd, werd Peter daarvoor verantwoordelijk. Weer een jaar later kwam Thomas in het bedrijf. Hij volgde Peter naar Luttelgeest en in 2015 werd daar nog eens 2 hectare bijgebouwd. “In datzelfde jaar kwam ik van school en ging ik stap voor stap taken van mijn vader op het bedrijf in Moerkapelle overnemen”, vertelt Levi. Nadat in 2018 opnieuw met 2 hectare werd uitgebreid in Luttelgeest, namen de drie broers het bedrijf over van hun vader. “Dat was een intensief proces. Mijn vader en wijzelf ook wilden geen schenking, maar een financiële transactie. In de jaren ervoor hadden we wel wat vermogen opgebouwd, maar in feite begonnen we na de overname weer op nul. De kennis en ervaring blijft behouden, maar financieel ga je 100 procent in zijn achteruit. Dat realiseren mensen zich vaak niet.”
Optimalisatie realiseren
Na de overname gingen de broers met elkaar in gesprek over de toekomst. “We besloten om alle taken los te knippen en onze talenten meer uit te nutten over het geheel heen. Elke kas die we door de jaren heen bijbouwden, zorgde ervoor dat de werkdruk groter werd. Dat deed ons realiseren dat schaalvergroting alleen mogelijk was door het bedrijf anders te organiseren. Door duidelijke functieprofielen op te stellen en taken en verantwoordelijkheden te verdelen.” Zo ging Levi zich niet langer bezighouden met de teelt, maar zich richten op alle verkoop van beide locaties. “Alles veranderde, maar het lukte ons wel om een optimalisatie te realiseren.” De manier waarop een bedrijf wordt ingericht is volgens Levi ook bepalend voor de manier waarop je wil leven. “Wij vinden het niet gezond dat ondernemers vaak geen tijd hebben om met vakantie te gaan. Zo wil ik in ieder geval niet leven. Ik wil maximaal gas geven voor het bedrijf, maar vind reizen ook mooi. Zo ben ik de afgelopen jaren samen met mijn vrouw een paar weken naar Argentinië, Australië, Cuba en Mexico geweest. Ik zie dat óók als een stuk ontwikkeling. Culturen leren kennen, mensen ontmoeten. Ik hou ervan om intens te leven naast mijn werk. Lekker met vrienden borrelen, maximaal sporten. De combinatie tussen werk en privé vind ik heel belangrijk. Maar die balans kun je alleen realiseren als je daar de organisatie op inricht.”

Als directielid voelt Levi de verantwoordelijkheid die op zijn schouders rust. “Ik ga over de verkoop en de marketing, daar mogen mensen mij ook op aanspreken. Het is belangrijk dat iedereen binnen de organisatie zich verantwoordelijk voelt voor zijn werk, want dan ga je er ook echt voldoening uithalen. Niet alleen binnen de directie, maar op elk niveau. Zou ik alles opgeven voor het bedrijf? Ik weet het niet, maar door de manier waarop wij werken, is dat ook helemaal niet nodig.”

Toen de broers de stap zetten om de organisatie te veranderen, sprak hun vader aanvankelijk zijn zorgen uit. “Hij vreesde dat wij de grip zouden verliezen over het bedrijf”, zegt Levi. “Maar we zijn er toch voor gegaan. We zijn niet bang aangelegd. Als we door vier deuren heen moeten, dan doen we dat. Wij geloofden in deze structuur en daarom hebben we doorgepakt. Zonder arrogant te zijn, maar wel met vertrouwen in onszelf. Het allerbelangrijkste is dat wij een bedrijf willen zijn met een eigen DNA waar we met elkaar trots op kunnen zijn. We bouwen aan ons eigen bedrijf en ons eigen merk. Fuseren kan je groter maken, maar past dat ook bij je? De basis van ons bedrijf is juist dat stukje eigenheid. Wij willen gamechangers zijn door de dingen op onze eigen manier te doen.”
In 2023 werd opnieuw een hoofdstuk aan het verhaal van Bredefleur toegevoegd. Toen werd de locatie van So Natural in Moerkapelle, verderop in de straat overgenomen. “Een kas van bijna 9 hectare. Daarvan gebruiken we op dit moment nog maar 1,5 hectare voor de lelieteelt, maar ontwikkelen we ook een nieuw teeltsysteem. Uiteindelijk willen wij een leliebedrijf bouwen dat klaar is voor de toekomst en dat over twintig tot dertig jaar duurzaam is opgebouwd en functioneert. Zodat het mogelijk ook kan worden overgedragen op weer een volgende generatie.” Groeien is volgens Levi een bijkomstigheid. “Als de strategie klopt en je klanten zijn blij, dan kun je groeien. Maar ik geloof niet dat je moet groeien om het groeien. Schaalgrootte is naar mijn mening ook niet de enige manier om bestaansrecht te hebben, zoals vaak wordt geroepen. Dat is onzin. Ik geloof wel in schaalvergroting, maar bestaansrecht heeft veel meer te maken met de keuzes die je maakt en de manier waarop je die uitvoert. Wat ik wel heel leuk vind aan schaalgrootte, is het ontdekken. Je komt in nieuwe fases terecht met het bedrijf, wat weer nieuwe uitdagingen geeft. Dat vind ik geweldig. Mijn vader was een pionier in de lelies, ik hoop dat wij dat ook kunnen blijven. De kans die voorbij kwam met So Natural is daar een voorbeeld van. We konden honderd beren op de weg vinden, maar wij zagen de vijf redenen om het wel te doen.”
Geen slaaf van je vak
Het geeft Levi een ‘onwijs lekker gevoel’ om ondernemer te zijn. “Doordat het niet gekaderd is, is het nooit klaar. Dat is een enorm cadeau voor mij. Je kunt dingen in het eindeloze blijven doorontwikkelen.” Daarbij blijft de lelie de komende jaren centraal staan. “Je bouwt toch wel een liefde op voor een product. Het liefst zou ik het alleen zakelijk willen bekijken, maar dat kan niet. We zijn opgegroeid tussen de lelies. Dat is ergens begonnen, heeft een mooi verhaal gekregen en daar bouwen wij weer aan verder. Natuurlijk hadden we de boel ook kunnen omgooien en een nieuw verhaal kunnen starten in de chrysanten, om maar wat te noemen, maar dit is ons ding.” Dat betekent niet dat Levi nooit nadenkt over andere teelten. “Want als ik geen perspectief meer zie in de lelies, kap ik er ook gelijk mee. Slaaf worden van je vak, is nooit goed. Dus als er geen rendement meer uit de lelie te halen is, stoppen we ermee. Maar dat is niet aan de orde. De lelie is een prachtig product dat echt leeft op de vaas. Elke dag gaat er een nieuwe knop open en dat is toch weer een verrassing.”
Bovendien is het perspectief van de lelieteelt in Nederland goed, geeft Levi aan. “De lelie is een relatief duur product qua uitgangsmateriaal. Alle producten die door de jaren heen zijn verhuisd naar landen met lage lonen en lage energiekosten, zijn gewassen die je kunt opplanten en kunt blijven oogsten. Maar voor een product zoals de lelie, waarbij je continu uitgangsmateriaal op moet blijven sturen, is dat niet efficiënt. Het is wel geprobeerd, maar het zal niet snel een bedreiging voor ons gaan vormen zoals in de rozen wel is gebeurd.”
Met de kernwaarden kwaliteit, continuïteit en exclusiviteit gaat Bredefleur de toekomst tegemoet. En als aanstaande vader zou Levi het zijn kinderen zeker niet afraden om later ook in de tuinbouw aan de slag te gaan. “Maar hij of zij moet vooral eigen keuzes maken en daar gelukkig van worden. Ik zou het heel mooi vinden als het familiebedrijf wordt voortgezet, maar dat moet ook niet gebeuren puur op basis van geboorterecht. Dat is het ongezondste wat er is. We zullen altijd naar competenties blijven kijken. Lukt het op basis daarvan om het bedrijf generaties verder te brengen, dan is dat mooi. Zo niet, dan vergaat de wereld ook niet. Dan zetten we een bord in de tuin.”
