
MAXIMAAL BIOLOGISCHE OPKWEEK
Toen Pieter van der Lugt, manager teelt bij Plantenkwekerij P. van Geest Maasland, in 2023 aankondigde dat hij de opkweek van paprikaplantjes voortaan volledig biologisch ging doen, was dát wat hij te horen kreeg: ”Piet, wat ga je nou allemaal weer doen?”. Maar inmiddels zijn z’n klanten overtuigd dat ‘die beessies’ goed werk leveren. En Pieter zelf is ook uiterst tevreden: ”We hebben enkel wat geïntegreerde middelen tegen rups moeten toepassen.”
Tekst: Ton van der Vliet
Fotografie: Sharon Schouten
Toen Van Geest het idee lanceerde om de opkweek voortaan te doen met inzet van bio en alleen in te grijpen indien nodig, krabden ze zich bij Biobest wel even achter de oren. Bij deze grootmacht op het gebied van biologische gewasbescherming en bestuiving vroegen ze zich vooral af hoe de kwekers zouden reageren. Marvin Koot, specialist gewasbescherming bij Biobest:”Wij geloven heel erg in bio maar er zijn ook wat meer conservatieve kwekers, voor wie het een hele stap is om over te schakelen op een andere manier van werken.”
Opsteker
Samen met zijn collega Jeffrey van den Akker maakte Koot een plan om te zorgen dat de nieuwe route van Van Geest goed zou landen bij hun afnemers. Dat VD Holland (45 hectare paprika’s) een van de eerste bedrijven was die meeging (zie ook kadertekst), was een geweldige opsteker. Van der Lugt is sowieso een man van weinig woorden en had ook niet veel tekst nodig om VD Holland over te halen het avontuur met hen aan te gaan. “Ik ken die jongens al vanaf dat ze met hun pa meekwamen, dus dat praat makkelijk. ‘Wij vertrouwen jullie, dus ja, doe maar’, zeiden andere klanten.” Bij de estafette tussen opkweek en kwekers is Biobest de partij die zorgt dat het stokje veilig en tijdig wordt overgedragen. Van den Akker legt uit dat het nogal verschil maakt welke roofmijt er wordt ingezet, omdat de ene soort nu eenmaal agressiever is dan de ander. “Wij helpen de eindklant om zijn strategie zó te kiezen dat die goed aansluit op het voorstadium bij Van Geest. De keuze van een roofmijt kan namelijk een hele teelt beïnvloeden.”
Op dat vlak staan de ontwikkelingen niet stil. In de paprika teelt wordt bijvoorbeeld al gewerkt met een cocktail van maar liefst vier verschillende bestrijders, om zo plagen als trips, spint en luis zo effectief mogelijk aan te pakken. En over de beschikbaarheid van roofmijten hoeft niemand zich zorgen te maken, volgens Koot, want Biobest heeft recent in België een locatie geopend met voldoende capaciteit om tuinders in heel Europa in elk geval tot 2035 te voorzien van voldoende roofmijten.

Noodzaak
Overstappen naar inzetten met bio was simpelweg noodzaak, zo kijkt Van der Lugt ernaar. “Wij kwamen niet meer weg met de middelen die nog waren overgebleven en alle restricties op het gebruik daarvan. Dus moesten we deze stap wel doen.” Daarbij prijst hij zich gelukkig dat het al twee jaar op rij goed gaat, en hij in die periode geen enkele keer naar extra middelen hoefde te grijpen. Dat zoiets zich in de toekomst wel gaat voordoen acht hij niet uitgesloten, “Maar dan is het minder ingrijpend. Als zoiets gebeurt meteen bij de start van zo’n experiment, heb je vervolgens jaren nodig om het vertrouwen weer op te bouwen.”

Vooroplopen
In het plan dat voor en met Van Geest werd opgesteld is ook een aantal groene middelen opgenomen waarop teruggegrepen kan worden mocht de bio het op een gegeven moment niet meer redden. En die kans is er altijd. Bij Van Geest zagen ze het bij de hortensia’s waar ze ook overschakelden naar biologische bestrijders. Daar kwam ineens een trips naar boven die ze voordien nog nooit hadden gezien. Op zulke momenten is het prettig om samen te werken met een partij als Biobest, want met 2.800 medewerkers in maar liefst 70 landen hebben ze daar een schat aan kennis en ervaring en zitten ze niet snel verlegen om een antwoord. En de zoektocht naar antwoorden gaat onverdroten voort, aldus Koot: “Want alleen met beestjes zul je er niet altijd komen. Je hebt ook bepaalde middelen nodig. Bij voorkeur ook van biologische oorsprong.
In de paprikateelt kunnen we het nu nog met beestjes af, maar als er straks ineens een nieuwe plaag de kop op steekt, dan willen we wel dat er op de plank een nieuw middel klaar staat om die aan te pakken.” Van de terughoudendheid in het begin (“Piet, wat ga je nou allemaal weer doen?’) is weinig meer over. Sterker nog, die houding is 180 graden gedraaid, vertelt Koot: ”Van Geest stak twee jaar terug best wel zijn nek uit en liep voorop toen Pieter zei ‘we gaan het gewoon doen’. Voor de telers was dat best spannend, en er waren er ook die de kat nog even uit de boom wilden kijken. Nu komen er eindklanten bij ons informeren ‘hoe gaat het bij Van Geest?’ dus dat is best een mooie ontwikkeling.” Voorafgaand aan het interview voor KAS Magazine hebben Koot en Van den Akker nog snel even een rondje gelopen door de kas bij Van Geest. En dat stemt tot tevredenheid. Van den Akker: ”De plantjes staan er super bij. We hebben niks gevonden en alleen maar nuttige roofmijten zien lopen!”
VD Holland:
‘LOGISCHE STAP gezet’
Sander Noë, teeltmanager bij VD Holland, had niet veel bedenktijd nodig toen hij hoorde dat zijn leverancier Van Geest overging op biologische opkweek. “Een logische stap, aangezien er steeds minder middelen beschikbaar zijn.” Het bedrijf in Andijk is goed voor ruim 80 miljoen paprika’s per jaar. Groot voordeel van plantjes die schoon binnenkomen is dat Noë daarop meteen zijn eigen biologie kan uitzetten. “Met chemie op een plantje moet je daarmee langer wachten, want die stoffen zitten dan de goede beestjes in de weg.” De nieuwe aanpak levert bovendien planten op van een betere kwaliteit omdat er geen bespuiting plaatsvindt: “Spuiten geeft altijd groeiremming.”
.png)


.gif)









